Tips & Technieken ‘Communiceren’ zelfstudie
Beste lezer,
In mijn blog ‘Zelfstudie op school’ heb ik het gehad over de verschillende onderdelen en vaardigheden waar zelfstudie uit kan bestaan. Communiceren was hier één van, in deze blog ga ik hier tips en technieken over delen. Veel leesplezier!
Eerst even een opfrisser van wat ik toen heb gezegd:
Mensen met autisme kunnen ook moeite hebben met communiceren. Hun onvermogen om sociale signalen te lezen en interpreteren, feedback te vragen, te geven of te verwerken kan ervoor zorgen dat de studievoortgang niet verloopt zoals je zou willen. Het vasthouden van aandacht en werken in groepen met wisselende rollen en opdrachten zijn ook struikelblokken die in de weg kunnen staan. Bij het communiceren gebruik ik mijn behoefte aan structuur van mijn autisme en impulsiviteit van mijn ADHD om contact te zoeken met medestudenten. Ik gebruik deze kwaliteiten in mijn voordeel om feedback te vragen en te communiceren met medestudenten. Autisme en ADHD kun je dus ook in je voordeel gebruiken, hierover vertel ik meer in deze blog.
Wat is lastig?
De moeilijkheid op het gebied van communiceren bij mensen met autisme en ADHD komt vaak voort uit hun zogenaamde contextblindheid* (Schloen, N., 2011). Ook kunnen deze mensen moeite hebben met het vanuit iemand anders zijn positie iets bekijken. De moeilijkheid zit hem vooral in het geven van een vaste betekenis aan andere mensen hun gedrag, ook een betekenis aan woorden geven is vaak lastig. Taal wordt vaak letterlijk begrepen of, met andere woorden, mensen met autisme begrijpen taal vaak a-contextueel. Het is erg vervelend om niet in staat te kunnen zijn om sociale waarschuwingssignalen (welke?) op te vangen en te interpreteren (hoe?).
Het kan vaak lastig zijn om tijdens gesprekken hun aandacht te vestigen en vasthouden. Een voorbeeld is dat je iemand tijdens een gesprek aankijkt en dan even wegkijkt. Wanneer je weer naar de gesprekspartner kijkt weet je niet meer of je naar de ogen, neus of mond moet kijken. Vervolgens raak je kwijt waar het gesprek over ging en moet je dat proberen op te pakken. De aandacht kan gelijktijdig op het onderwerp gericht zijn van het gesprek, als op de persoon met wie de communicatie uitgevoerd wordt. Bij samenwerking, kan gedrag voor anderen vaak als ‘afstandelijk’ of als desinteresse tegen samenwerken worden geïnterpreteerd.
Sociale signalen begrijpen
Om een vaste betekenis te kunnen geven aan mensen hun gedrag en woorden, helpt het om gewoon te gaan oefenen en kennis op te doen door met mensen om te gaan. Dit klinkt misschien tegenstrijdig en eng, maar helpt wel. Zelf doe ik dit ook en weet ik dat bij meerdere mensen in het spectrum dit hun ook helpt. Dit helpt in het begrijpen wat andere mensen denken, zeggen en doen. Doen is leren. Hierdoor ga je steeds meer dingen herkennen en begrijpen in de communicatie met verschillende mensen.

Een tip voor wanneer je sociale signalen niet begrijpt of het idee hebt dat je ze niet juist hebt geïnterpreteerd, is vragen wat je gesprekspartner bedoelt. Je kan ook specifieker zijn en vragen of iets sarcasme is, of vragen of diegene opnieuw op een andere manier wil vertellen wat die zei. Zorg voor duidelijkheid voor jezelf, dit helpt met het begrijpen van gedrag in een volgende situatie.
Iets waar je zelf ook aan kan werken is het makkelijker maken van het reguleren van emoties. Als iemand moe is en de energie is op, kan er opgemerkt worden dat het meer moeite kost om emoties te reguleren. Dan is een persoon sneller kwaad, geïrriteerd, soms verdrietig of lam geslagen. Dan komt er geen informatie meer binnen en staan de emoties een soort van uit. Wat je dus kan doen is zorgen dat je energie hebt, wanneer je weet dat je met (veel) mensen gaat communiceren.
Afspraken
Naast dat je jezelf dingen kan aanleren, kan je anderen ook dingen aanleren om zo het communiceren makkelijker te maken voor alle twee de partijen. Je kan bijvoorbeeld gedrag proberen af te stemmen en afspraken maken. Dit kan je doen door je eigen gedrag in de communicatie uit te leggen, zoals vertellen dat je even kwijt was waar je een gesprek over had. Hierbij kan je verder uitleggen dat je afgeleid raakte of nog specifieker, dat dat door je autisme en ADHD komt. Ik zeg hierbij wel, je hoeft niet altijd alles te vertellen als je je daar niet comfortabel bij voelt. Een simpele ‘Ik raakte afgeleid, kan je dat herhalen alsjeblieft?’ is ook goed. Wanneer je er wel voor kiest om meer uit te leggen over jouw gedrag, leg dan uit wat er gebeurt met jou. Vertel wat er in je hoofd gebeurt en hoe bepaald gedrag bij jou aan kan komen. Dan kan je ook eventuele afspraken maken voor in de toekomst. Hierdoor kan je begrip opbouwen bij anderen.
Feedbackproces
Feedback vragen, geven en verwerken kan soms heel moeilijk zijn. Wanneer ik feedback moet vragen aan iemand, doe ik dit meteen zodra ik hier op kom. Ik vraag fysiek meteen in de klas feedback en anders via de mail. Via de mail communiceren kan soms veel makkelijker zijn, omdat je dan minder hoeft te letten op het non-verbale gedrag van een ander. Qua het geven van feedback, zorg ik dat ik een stappenplan of bepaalde punten heb waar ik op kan letten. Hierdoor creëer ik voor mijzelf een soort overzicht van wat ik precies moet doen. Later krijg ik dan meer inzicht en kan ik zelf met andere punten komen. Bij het verwerken van de feedback die ik gekregen heb, probeer ik zo concreet mogelijk terug te kijken op mijn gedrag. Wat zegt de feedback? Wat gebeurde er precies? Waarom? zijn dan vragen die ik mijzelf stel. Hopelijk werkt dit ook bij jou!
Hopelijk heb ik door deze blog jou beter leren begrijpen hoe communicatie een rol kan spelen bij de zelfstudie! Ik wens je veel succes toe als je gaat proberen deze tips en technieken toe te passen. Laat met een reactie of bij het tabblad ‘Contact’ weten als je vragen of opmerkingen hebt. Ik hoor het graag. In mijn volgende blog ga ik het hebben over ‘Initiatief nemen’ in de zelfstudie. Tot de volgende blog!
* Context is containerbegrip en omvat eigenlijk alles in een bepaalde situatie dat betekenis van iets onthult en beïnvloedt. Door de context wordt de betekenisverlening beïnvloed en dus ook het gedrag. Effectiviteit in sociale interactie vereist het kunnen integreren van context. Als context een rol speelt in de cognitieve vaardigheden die mensen met autisme minder goed beheersen, dan is het aannemelijk een hypothese te formuleren: mensen met autisme hebben een tekort aan contextuele sensitiviteit en zijn (dus) contextblind.
Schloen, N. (2011). Communicatie en samenwerken – Een handreiking voor het voeren van gesprekken voor en met studenten met een autismespectrumstoornis. Autismenetwerk Fontys Hogescholen, 1–3.
